Het deurtje gaat piepend een kiertje open,
Geschrokken houd ik mijn adem in,
de vliegen zwammen zoemend om mij heen.
Schimmelgeur van zijn huisje omsingelt mij,
paddenstoel in nat bos.
Ineens zie ik het. Het is blauw, zijn laarsje.
Verwonderd kan ik alleen maar zeggen:
“Kaboutertje, kom je buiten spelen?”
50 woorden
Zwammenmagie