1.

Het moment dat ik de zwarte, dode Merel in mijn handen houd, realiseer ik mij, dat ‘het leven’ uit hem is verdwenen. Ik stel mij voor, dat hij het was, die hoog in de berk op de hoek van onze tuin zijn zomerse concerten hield bij het vallen van de avond. Hoe levend was hij dan.
Nu er zoveel merels sterven door het rondwarend usutu-virus vraag ik mij af hoe wetenschappers ooit bedachten, dat leven louter uit anorganische bouwstenen bestaat. Hoe wordt dat leven dan bezield?
Het reductionistische wereldbeeld brengt ons leven terug tot een anorganische, levenloze werkelijkheid. Organismen, merels bijvoorbeeld, zo stelt dit wereldbeeld, zijn het product van samengestelde anorganische bouwstenen.
Sprekend over de dood kan alleen als er leven is geweest. Hoe kan dan één  uit uitsluitend levenloze bouwstenen opgebouwde merel sterven?
Dat kan alleen in een ander natuurbeeld: als je de anorganische en organische lagen van de merel als één dynamisch systeem opvat.

2.


Het mechanistische wereldbeeld ziet de tijd als onomkeerbaar.
Fenomenen, bijvoorbeeld de levensloop van de merel, zijn terug te lopen in de tijd. Terug naar het moment, dat hij uit het ei kroop in het nest in de ligusterheg van onze tuin.
Zijn levensloop is terug te lopen in de tijd en in een rechte lijn.
Het leven kent aldus een lineaire tijd van geboren worden, opgroeien, ouder worden en overgaan.
Hoe kunnen we dat ooit in omgekeerde volgorde en achterwaarts voor elkaar krijgen?
Ieder organisme heeft zijn eigen tijd en lineaire tijd, één voorwaartse en doelmatige richting.
Een lineaire, open tijd, gericht op de toekomst.

3.


Wanneer ik zie hoe de merel volwassen is gegroeid, zich heeft aangepast aan de omgeving en daar ook doeltreffend op reageerde toen de poes te dichtbij kwam, zich heeft voortgeplant (wie weet in de zelfde heg), dan kan ik mij moeilijk voorstellen, dat de merel uitsluitend bestaat uit dode inerte bouwstenen.
Hoe ook de wetenschapper zijn best doet om het levensfenomeen van de merel terug te brengen tot de fysisch-chemische processen van het anorganische niveau, het leven onderscheidt zich overduidelijk van deze ‘ontologie van de dood’ (Hans Jonas, Das Prinzip Leben. Ausätze zu einer philosophische Biologie, Krankfurt a. M. 1997, 28vv)

Levenloos of levend?